De Alongsiders discipelschapsbeweging in Cambodja is al meer dan 12 jaar in ontwikkeling. In die tijd hebben we een aantal lessen geleerd die nodig zijn om zo’n beweging te laten groeien en vast te houden.
Een van onze eerste leiders in de beweging, Serey Choeng, heeft veel van deze lessen verwezenlijkt in haar persoonlijk leven, dat begon in een sloppenwijk in Phnom Penh. Laten we met haar meekijken en zien welke lessen zij onderweg leerde.
Serey groeide op aan een smalle steeg met aan beide zijden huizen dicht op elkaar gebouwd. Net achter de laatste huizen was een open riool. Toen Serey klein was vermengde een enorme stortvloed aan water gedurende het regenseizoen zich met het rioolwater. Het smerige water steeg tot boven haar hoofd en stroomde de lager gelegen huizen in. De buren bouwden dan een aantal gammele loopbruggen, maar verder konden ze dit probleem niet tegengaan. Ze waadden er doorheen. Sommige kinderen zwommen erin.
Leven in de sloppenwijk was rommelig.
In de schaduw werd drugs verhandeld, in de avonden hoorde je de dronken en gokkende buren buiten. De steeg tussen de huizen splitste zich vlakbij Sereys huis. Eén pad leidde naar een rij bordelen, waarvan er vandaag de dag nog één of twee zijn. De meeste mensen werkten simpelweg keihard om hun families te eten te kunnen geven, terwijl ze probeerden om vooruit te komen waar mogelijk. Ze werkten in de bouw, in een micro-onderneming of in fabrieken.
Drie dagen in de week, tijdens de uren dat ze niet op school was, liep Serey met een lege rijstzak over haar schouder door de straten terwijl ze tussen het afval dingen zocht die ze kon verkopen aan de recyclers: karton, plastic flessen, blikjes. Haar moeder ging elke dag met een, met de kilometer zwaarder wordende, duwkar van huis tot huis. Ze kocht oude en kapotte apparaten, huishoudelijke artikelen en wat ze ook maar kon vinden om te verkopen aan de recyclers.
Sereys tante, die een aantal huizen verder woonde, werkte als huishoudelijke hulp voor een buitenlandse familie. Ze was ongetrouwd, had een betrouwbaar inkomen en een eigen huis. Ze zag de benarde situatie in de familie van haar zus en besloot te helpen. Ze nam Serey in huis. Ze was heel strikt en kritisch en Serey vond het niet makkelijk om bij haar te leven. Af en toe ging ze met haar tante mee naar haar werk en zo leerde ze schoonmaken en koken. Toen ze zestien was kreeg ze haar eigen baan als huishoudelijke hulp en door haar inzet maakte ze indruk bij de buitenlandse dame voor wie ze werkte.
Serey was de eerste in haar familie die tot geloof kwam. Ze bezocht een kerk met maar bij of zes leden. Ze ontmoetten elkaar in een kleine kamer van een huis in dat smalle steegje in de sloppenwijk. Daar hoorde ze voor het eerst van het project HALO.
De letters van HALO stonden voor ‘Hope, Assistance, and Love for Orphans’. Het was een baanbrekend programma dat probeerde kinderen die wees waren geworden ten gevolge van aids bij hun overlevende ouder, grootouders of andere familieleden te houden. Ook hadden zij, als een van de eersten in Cambodja, een pleegzorgprogramma.
Toen de vertegenwoordiger van HALO naar Sereys kerk kwam, vertelde hij dat ze op zoek waren naar christenjongeren om mentor te worden. Om te zijn als “grote broers en zussen” voor weeskinderen. In die tijd waren er ongeveer tien jongeren in de kerk en de meesten van hen schreven zich in. “Eerst deed ik alleen mee voor de lol,” vertelt Serey. “Maar later deed ik het omdat ik de kinderen wilde helpen. Ik wist hoe ze zich voelden.”
Serey was een van de eerste Alongsiders, en maakte deel uit van de tweede groep jongeren die zich aan deze beweging toevoegden. Eerder hadden de leiders jongeren buiten de sloppenwijken gevraagd om mentors te worden, maar deze Alongsiders worstelden enorm. Ze waren bijvoorbeeld bang dat hun motors gestolen zouden worden uit de steeg. Eigenlijk waren ze middenklasse Cambodjanen en was de sloppenwijk een onbekende plek voor hen.
Maar voor Serey was de sloppenwijk was haar thuis, en ze had een beter idee van waar de kinderen in het HALO project doorheen gingen.
Toen Serey voor het eerst mentor werd, werd ze toegewezen aan een meisje waarvan de moeder aids had. “Ik probeerde om haar te leren kennen,” vertelt ze, “maar ze was stil en teruggetrokken. Samen zijn we een keer naar een kamp geweest en ik heb het gevoel dat ik haar daardoor beter leerde kennen. Ze had het erg moeilijk thuis, omdat haar moeder ziek was en ze weinig ondersteuning hadden.” Serey kreeg nooit een sterke relatie met haar eerste kleine zus en het meisje en haar moeder verhuisden naar een andere plek.
Dit was een andere les die de leiders van Alongsiders leerden in die dagen. Het was beter dat jongeren die zich aansloten bij deze beweging hun eigen broers en zussen zouden kiezen. De Alongsiders hadden meer vrijheid nodig om iemand te kiezen die dichtbij hen stond en het was belangrijk voor hen om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor deze relatie.
Serey wilde graag een Alongsider blijven, dus bad ze wie ze als nieuwe kleine zus mocht kiezen. Ze zag veel behoeftige kinderen, maar op het laatst koos ze iemand die “het meest op mij leek.” Neang was 6 jaar oud. Ze woonde een paar huizen verderop met haar moeder en oma. Ze waren erg arm, net als de meeste lokale kinderen. Wat Sereys aandacht trok was dat Neang geen vrienden had. Ze was heel stil en alleen.
Serey zag Neang elke dag, en twee of drie keer in de week, bracht ze tijd met haar door en praatte ze met haar. Toen ze 11 jaar was kwam Neang tot geloof. In die tijd waren Sereys ouders en tante tot geloof gekomen en allemaal gingen ze naar de lokale kerk. Neangs ouders zus, die ook een Alongsidersmentor had, werd ook christen.
In juli 2006 werd Serey gevraagd om de derde leider van Alongsiders Cambodja te worden. Ze werkte nog steeds trouw en integer als huishoudelijke hulp en was een trouw en bekwaam leider geworden in de kerk. En meest belangrijk, ze begreep persoonlijk waar Alongsiders over ging. Ze bad drie weken voordat ze deze positie aannam. Ze had een fijne samenwerking met een collega die in dezelfde periode werd aangenomen. De beweging begon te groeien, en binnen twee jaar werden er bijna 300 Alongsiders plus eenzelfde aantal jonge broers en zussen gemobiliseerd.
Het is goed om op onze geschiedenis te reflecteren. Dankbaar vieren we leiders zoals Serey, en het helpt ons om te herinneren waarom we de dingen doen zoals we ze doen. Reflecteren op waar we vandaan komen staat ons toe om lessen te trekken uit wat we onderweg leerden, zodat anderen kunnen voorkomen dat zij dezelfde fouten maken. Dus, hier zijn drie sleutellessen uit Sereys verhaal…
1 - Het principe van GEBED
In Mattheüs 9 staat dat Jezus naar de dorpen en steden ging en dat er veel mensen kwamen opdagen, maar ze waren “als schapen zonder herder.” Dus zei Jezus zijn discipelen te bidden voor werkers, omdat de oogst groot was. Waar komen de werkers vandaan? We geloven dat de werkers er zijn, in de steden, de dorpen en de sloppenwijken, en we bidden dat God hen zal laten opstaan omdat dit is hoe Hij ons zegt de taak te benaderen. En God doet dat terwijl we mobiliseren, toerusten en de Alongsiders loslaten.
Vanaf het begin erkende Serey de kracht van gebed, eerst in haar eigen leven toen ze bad tot God wie ze mocht kiezen als haar kleine zus, en later toen ze opstond om de beweging te leiden en ze God vroeg om leiding en meer Alongsiders.
2 - Het principe van NABIJHEID
Een grote omkeer kwam toen de vroege leiders ervoor kozen om Alongsiders te mobiliseren van lokale kerken binnen in de communities, in plaats van mensen binnen te vragen van buiten de community. Als we jonge mensen willen zien die weten hoe ze Jezus kunnen volgen in het leven van elke dag, moeten we hen discipelen in het leven van elke dag. Dat is waarom nabijheid een sleutel is. Kleine broers en zussen hebben het nodig om hun Alongsiders in actie te zien, in elke dag situaties - niet alleen maar even in een discipelschapklas-ervaring.
Serey was deel van een nieuwe groep Alongsiders gemobiliseerd om te dienen in hun eigen communities. Ze zag eerstehands de vrucht van deze benadering en paste die les toe om de beweging te helpen groeien.
3 - Het principe van EMPOWERMENT
Vergelijkbaar maakte het een groot verschil toen werd toegestaan dat Alongsiders hun eigen kleine broers en zussen kiezen. Naast hen toe te staan om verantwoordelijkheid te nemen voor deze relaties, hebben we erkend dat jonge mensen die mentors worden hun eigen keuzes moeten maken en verantwoordelijkheid moeten nemen. Dit is goed voor de beweging, en het is onderdeel van hun eigen groei en ontwikkeling als mens en discipel. Zoals Serey, hebben velen dit proces omarmd. We hebben vaak gehoord over nieuwe Alongsiders die dagen of zelfs weken bidden voordat ze een kleine broer of zus kiezen.
Deze sleutels tot duurzaamheid waren noodzakelijk voor Alongsiders om te veranderen van een centraal gepland en gemanaged, geschreven project naar een beweging gedragen, aangedreven en geïnitieerd door leiders en discipelen in de marge.
Hoe zouden deze lessen de discipelschapsbeweging waar jij deel van uitmaakt kunnen helpen?
(Geschreven door Alongsiders International / Andy Gray)